Display data feom the API-Feed https://www.collectienederland.nl/vc/bevrijdingsmuseum-zeeland/api/?format=json
Solution:
Use the free JCI-Plugin with this shortcode:
[[jsoncontentimporter url=https://www.collectienederland.nl/vc/bevrijdingsmuseum-zeeland/api/?format=json basenode=result.items]
{subloop:item:-1}doc_id: {doc_id}
{subloop:item.fields:-1}
{subloop-array:item.fields.dc_description:10}
dc_description: {0}
{/subloop-array:item.fields.dc_description}
{/subloop:item.fields}
{/subloop:item}
[/jsoncontentimporter]]
In action:
doc_id: dcn_bevrijdingsmuseum-zeeland_SBKZ-000450
dc_description: Naamplaatje ter identificatie van een persoon. Op de voorzijde naam en land; aan de keerzijde geboortedatum, geboorteplaats en een registratienummer De plaatjes bestaan uit twee delen, waarvan er één wordt afgebroken als de soldaat sneuvelde.
dc_description:
dc_description: Lichting: 1928-I-95
dc_description: Uitgegeven op last van den Minster van Oorlog.
dc_description: Johan Damman zat bij het 40e regiment Infanterie en zat bij de Nederlandse Kustartillerie te Vlissingen.
dc_description:
dc_description:
dc_description: Een metalen blikje, waarin militairen van de Koninklijke Marine in het Interbellum onder andere hun oorlogszakboekje in moesten bewaren.
dc_description: Bij elk wapen hoorde ook een onderhoudsset. Deze bestond uit een vetkoker gevuld met een oliebus, een loopborstel en een poetsdoek. De vetkoker bestaat in diverse uitvoeringen met een andere afwerking aan de buitenzijde. De vetkoker werd in 1913 nog niet opgesomd bij de toebehoren van het geweer M.95 en zal dan ook na deze tijd zijn ingevoerd. In 1925 komen we hem wel tegen in de uitrustingslijst. Afkomstig van Jaap Rotier uit Nieuwdorp.
dc_description: Ovaal (vet)blik voor het invetten van een (vuur)wapen.
dc_description: De ontwikkeling van de Nederlandse stormdolk heeft haar oorsprong in 1917. In dat jaar werden de Stormtroepen opgericht als een speciale eenheid, die de reguliere troepen bij een aanval moesten voorgaan. Door de ervaringen van de op dat moment elders in Europa woedende loopgraven oorlog, was gebleken dat er behoeft was aan een kort handwapen voor man tegen man gevecht. De geweren en karabijnen met een daarop gemonteerde bajonet was niet goed hanteerbaar in de loopgraaf. Er was weer hernieuwde belangstelling voor de aloude dolk. Als basis voor de stormdolk werden afgekeurde spoorrails gebruikt, de tweesnijdende kling werd daar van gesmeed . Het handvat werd gemaakt van notenhout en de schede van rundleder. Op 1 oktober 1917 werd het prototype goedgekeurd en werden er 30.000 besteld bij de Artillerie Inrichtingen. De verwachting was dat er uiteindelijk ca. 50.000 nodig zouden zijn. De eerste dolken werden in maart 1918 uitgereikt. Gedurende de mobilisatie in 1939-1940 werd de stormdolk opnieuw uitgereikt aan: 1. alle onberedenen van de Infanterie, Cavalerie, Wielrijders en Artillerie, die behoren tot het strijdende gedeelte van de troep en in overeenstemming met L.O. 228 van 1935 enkel met pistool of revolver zijn bewapend en dus geen houw- of steekwapen hebben. 2. alle bereden officieren (de dolk te dragen in de drager van het (draagriemenstelsel) 3. alle bereden onderofficieren, voor zover deze niet van een karabijn zijn voorzien (de dolk te dragen aan de koppel). De dolken die daarna nog over waren konden door de Commandanten worden uitgereikt aan troepen die daar nog behoefte aan hadden.
dc_description:
dc_description:
dc_description: Patroontas, voor het geweer M.95. Deze patroontassen werden meestal per paar gedragen. Er bestaat een onderscheid tussen de linker- en rechtertas: de linker heeft aan de buitenzijde namelijk een speciaal vakje voor de geweersleutel. De patroontas werd aan de koppel geschoven en aan de voorzijde op de buik gedragen. Het betreft hier een linkertas. Deze tas is afkomstig uit Lewedorp (Zuid-Beveland) en is gedragen door een Duitse soldaat. De Duitsers gebruikte aan het einde van de oorlog wel meer buitgemaakt materiaal zoals dus deze Nederlandse patroontas, in de tas zitten nog Duitse patronen.
dc_description: Gemerkt: 14 (14e Regiment Infanterie)
dc_description: Gemerkt: 14 R.I (14e Regiment Infanterie)
dc_description: Een geglazuurde aardewerken asbak met op de rand de tekst: "Herinnering Mobilisatie 1939". In het midden een voorstelling van twee soldaten, Eén van de soldaten houdt een staf in zijn hand. Op de achtergrond een toeschouwer. Onder de afbeelding de tekst: "Iedere soldaat heeft een maarschalkstaf in z'n ransel". Op de achterkant van de asbak: "Sociéte Céramique Maestricht Made in Holland".
dc_description:
dc_description: Licht gebogen plaatje, geëmailleerd met wit fond en rood kruis. Op iedere hoek een bevestigingsoogje. Werd gedragen op de halskraag van het uniform van de Nederlandse geneeskundige troepen, aan beide zijden één.
dc_description: Kraagembleem (2 stuks, rond). Deze emblemen zijn gemaakt van emaille t.b.v. geneeskundige troepen (Nederland 1914-1940).
dc_description: Naaiset met garen en reserveknopen. Deze set is afkomstig van Jaap Rotier uit Nieuwdorp. De set van het Nederlandse leger heeft een (eigenaars)label: 21 – 1938 (opkomstjaar) – 345 (dienstnummer).
dc_description: Naaiset met garen en reserveknopen. Deze set is afkomstig van Jaap Rotier uit Nieuwdorp. De set van het Nederlandse leger heeft een (eigenaars)label: 21 – 1938 (opkomstjaar) – 345 (dienstnummer).
dc_description: Een paar oorwarmers verbonden door elastiek, gedragen door de heer J. (Jaap) Rotier uit Nieuwdorp.
dc_description: Nederlandse officiers sabel model 1912 (Wandelsabel M1912), compleet met originele portepee. De sabel heeft een zwart bakelite handvat met correcte horizontale vergulde metaaldraad. Het handvat is in goede staat zonder barstjes of beschadigingen. Het gevest toont het hoofd van een leeuw.
dc_description: Het Mobilisatie-Oorlogskruis (MOK) werd ingesteld bij Koninklijk Besluit op 11 augustus 1948. Het Kruis kan worden verkregen door militairen en oud militairen die na 6 april 1936 en voor 20 mei 1940 ten minste zes maanden in werkelijke Nederlandse Dienst zijn geweest of door hen die na 9 mei 1940 en voor 19 mei 1940 in werkelijke Nederlandse Dienst geweest zijn buiten vijandelijk of door de vijand bezet gebied. Ook in aanmerking konden komen militairen en oud militairen die na 30 augustus 1939 en voor 3 september 1945 ten minste zes maanden dienst hebben gedaan aan boord van een onder Nederlandse vlag varend zeeschip of aan boord van een vliegtuig, indien hierbij het belang van de Nederlandse staat werd gediend. Tot slot konden zij die niet hieronder vielen, maar die wel gedurende de oorlog in het belang van het Koninkrijk militaire werkzaamheden verrichtten, hiervoor in aanmerking komen. Indien men het Oorlogsherinneringskruis al had ontvangen kan men niet in aanmerking komen voor het MOK. Om in aanmerking te komen voor de onderscheiding, diende men deze zelf aan te vragen en te betalen voor de prijs van 7 gulden vijftig. Het door Frans Smits ontworpen kruis is van brons en telt vier armen. De doorsnede over de armen bedraagt 42 millimeter. De armen zijn uitgevoerd in de vorm van gefacetteerde punten van een zwaard. Tussen de armen zijn twee Nederlandse stormdolken afgebeeld op een stralenbundel. In het midden ervan bevindt zich een Nederlandse helm, getooid met lauwertak. De achterzijde is vlak met in het midden een cirkelvorm. Hierbinnen staat in reliëf de tekst “DEN VADERLANT GHETROUWE”. Het lint is uitgevoerd in de kleur paars met in het midden een smalle oranje baan.